Springvinger of knipmesvinger

Springvinger of knipmesvinger (Engels: Triggerfinger) is een zeer frequent probleem. Het word ook stenoserende tenosynovitis genoemd en treedt op door een ontsteking van de ruimte rondom de buigpees in de aangedane vinger. Hierdoor verdikt deze pees verder en kan deze niet meer door de spanbandjes (pulleys) kan glijden.

Mensen wiens werk of hobby’s repetitieve grijphandelingen vereisen, lopen een groter risico om een ​​triggervinger te ontwikkelen. De aandoening komt ook vaker voor bij vrouwen en bij iedereen met diabetes.

Een klinisch onderzoek moet de juiste diagnose toelaten. Een inspuiting kan overwogen worden. Bij ernstige of terugkerende hinder moet een heelkundige ingreep uitgevoerd worden.

Symptomen

In de eerste stadia is er eerder sprake van een pijn aan de basis van de vinger bij druk, en moeite bij buigen en strekken van de vinger. Dit komt dan door een toename van de ontsteking rondom deze buigpezen. In latere stadia kan de vinger ook gaan blokkeren.

Vaak voorkomende symptomen:

  • Stijfheid van de vinger, vooral s’ ochtends.
  • Een klikkend gevoel terwijl u uw vinger beweegt
  • Gevoeligheid/pijn aan de basis van de vinger
  • Pijn in het eerste vingerkootje bij buigen en strekken van de vinger.

Springvinger kan elke vinger beïnvloeden, inclusief de duim. Er kan meer dan één vinger tegelijk worden aangetast en beide handen kunnen hierbij betrokken zijn. Triggering is meestal meer uitgesproken in de ochtend, terwijl u een voorwerp stevig vastpakt of wanneer u uw vinger strekt.

Diagnose

Een correct klinisch onderzoek leidt meestal tot de juiste diagnose. Bij twijfel kan een echografie overwogen worden.

Conservatieve behandelingen

Een infiltratie van de peesschede met cortisone kan overwogen worden bij een eerste aanmelding van springvinger. Deze infiltraties zijn zeer succesvol in ongeveer 80% van de gevallen, maar spijtig genoeg keert het probleem binnen het jaar terug in ongeveer 60% van de gevallen.
Veel hangt af van de graad, type springvinger en co-morbiditeiten. Dit kan je tijdens de consultatie bespreken.

Wij bieden afhankelijk van het stadium enkele opties aan voor het behandelen van deze aandoening:

De klassieke open springvinger release en tenolyse van de buigpezen:

Hierbij wordt een klein insnede gemaakt volgens de huidlijnen, ter hoogte van de Eerste pulley of spanbandje. Deze wordt open gemaakt en eventuele verklevingen tussen de pezen worden losgemaakt. Nadien wordt de huid gesloten met enkele hechtingen.

De minimaal invasieve Springvinger release onder echografie:

Hierbij dient geen insnede gemaakt te worden. Via een klein gaatje wordt de eerste pulley geopend met een hiervoor speciaal ontworpen mesje. Dit alles gebeurt onder echografische controle. Deze techniek kan echter wel enkel uitgevoerd worden bij springvingers met duidelijke blokkage, zonder voorbestaande contractuur.
Dr. Cromheecke is een van de beschrijvers van deze techniek – en het artikel kan hier terug gevonden worden: https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34446675/

Video techniek echografisch geleide springvinger release

 

Ulnaire slip resectie (zoals beschreven door Leviet et al.)

Bij patiënten met een ernstige zwelling van de pezen en contractuur van het proximaal interfalangeaal gewricht, is het soms onvoldoende om enkel het eerste spanbandje van de peesschede te openen en de pezen los te maken. Dit komt omdat de twee buigpezen blokkeren ten opzichte van elkaar. Dit heeft te maken met de anatomie, waarbij de diepe buigpees doorheen de oppervlakkige buigpees loopt. In dit geval kan het nuttig zijn om de helft van de oppervlakkige pees te verwijderen (ulnaire slip resectie). Dit klinkt zeer invaliderend, maar heeft quasi geen invloed op uw kracht. Nadien kunt u terug elke beweging uitvoeren. Hiervoor dienen twee kleine incisies gemaakt te worden en deze worden nadien gesloten met enkele suturen. Het eerste artikel hierover kan hier terug gevonden worden: https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/15234502/

Foto 16 dagen na percutane echogeleide springvinger release

 

Elk van de drie ingrepen kan onder lokale verdoving uitgevoerd worden en nadien wordt u geadviseerd om snel volledige bewegingen met de vinger te maken.

  • U wordt geadviseerd om snel volledige bewegingen met de vinger te maken (Volledige bewegingen: dit wil zeggen de vinger volledig sluiten en opnieuw volledig strekken – zie document voor info – Info document bewegen vingers).
  • Er wordt een handverband aangelegd voor 24 uur (dit voor het nabloeden op te vangen). Dit verband kan de dag na de operatie volledig verwijderd worden.
  • De wonde kan bedekt worden met een eenvoudige pleister. Echter als deze droog is, mag deze zelf bloot gelaten worden aan de lucht en kan je het wondje dagelijks ontsmetten met hexomedine.
  • De wonde van de echografische techniek geneest spontaan na enkele dagen.
    Bij de andere technieken dienen de hechtingen na 12-14 dagen verwijderd te worden.
  • In principe kan de hand zeer snel weer gebruikt worden voor kleine taken.

 

Potentiële risico’s:

  • Een gevoelig of hard litteken:

Dit treedt soms op en is ook een stuk afhankelijk van de genetische aanleg van de patiënt. De natuurlijke evolutie van een litteken aan de hand is om zachter te worden na een viertal maanden. Geduld is dus belangrijk.

Tips (enkel te starten na wondheling!):

    • Masseer het litteken na genezing vaak in, om het los te maken.
    • Bedek het litteken met silicone (vb Mepitac tape).
    • Gebruik hydraterende crèmes
    • Bescherm uw litteken voor de zon
  • Zwelling:

Te verwachten – De eerste dagen na de ingreep wordt gevraagd om de hand hoog te houden. Dit om het opzwellen van de vingers te vermijden. Ook het bewegen van de vingers heeft een ontzwellend effect (pompmechanisme). Hiernaast kan ijs geappliceerd worden in periodes van 20 minuten. Ontstekingsremmers hebben een ontzwellend effect (vb Brufen/diclofenac), maar mogen enkel genomen worden na advies van je arts en bij afwezigheid van contra-indicaties (vb. Maagzweer, nierfalen, etc).

  • Afknellend verband of Gips

Komt soms voor – Indien er teveel zwelling optreedt, en de vorige adviezen geen baat hebben, adviseren we om de windel te relaxeren bij het handverband of zelfs het handverband af te nemen.
Ook de windel bij een open gips kan gerelaxeerd worden.
Indien dit niet helpt, of onmogelijk is, kan je onmiddellijk terecht op onze dienst (09 246 73 00 ) (gipskamer) binnen de werkuren of op de dienst spoedgevallen (09 246 98 00).

  • Nabloedende wonde

Niet onfrequent, maar dit vormt meestal geen grote problemen. Het postoperatieve handverband dient om de nabloeding op te vangen. Gebruik ijsapplicatie – hoogstand en neem kortstondig onstekingsremmende medicatie (als er geen tegen – indicaties zijn hiervoor).

  • Infectie:

Zeldzaam, doch frequenter bij rokers en diabetici. Alarmeer uw arts of spoedgevallen dienst onmiddellijk bij significant toenemende pijn, koorts (>38.5°C), Een etterende wonde of toenemende en uitbreidende roodheid.

  • Letsels aan nabij gelegen zenuwen

Zeer zeldzaam bij deze ingreep.

Soms treedt er tijdelijk gevoelsverlies op door spanning van het verband of zwelling. Leg het hand hoger, relaxeer de windel van het verband, appliqueer ijs of neem contact op met onze dienst wanneer u zich zorgen maakt.

Let op: Na een lokale verdoving kan de hand of arm tot 24 uur verdoofd zijn!

  • Letsels aan nabij gelegen bloedvaten

 Zeer zeldzaam bij deze ingreep

  • CRPS reactie of algodystrofie

Zeldzaam en niet specifiek.